Dat boek verkoopt zichzelf niet …

Toen ik zwanger was van mijn zoon werkte ik aan mijn eerste publicatie. Handig, zo weet ik altijd hoelang ik nu precies aan het schrijven ben. Al van voor er ooit nog maar sprake was van hem natuurlijk. Maar toen hij zich in mijn buik nestelde, was er geen plaats meer om al die creativiteit binnen te houden en kregen de verhalen in mijn hoofd effectief vorm.

Het begon met Vlaams Filmpjes, die ik trouwens nog steeds met heel veel zin schrijf. Een heerlijk proces: eens klaar volgt de redactie, een fijne tekenaar maakt een pareltje van het geheel en zonder je ook nog maar iets hoeft te doen, gaat het boekje een eigen leven leiden. Via een schoolabonnement wordt het aangeboden aan kinderen tussen 9 en 12.

Dan volgde mijn monoloog Neen. Ik schreef het verhaal op vraag van mijn werkgever en was zo al zeker dat de eerste 500 exemplaren zonder enige moeite de deur zouden uitgaan. Zij hadden namelijk een symposium georganiseerd waarvoor zij reclame maakten en iedere deelnemer kreeg een exemplaar. Als kers op de taart mocht ik naar de boekenbeurs in Antwerpen.

In 2022 volgde mijn eerste Young Adult-roman. Geen schoolabonnement, geen voorafname door mijn werkgever. En alhoewel ik niet mag klagen over de interesse in mijn boek, vond ik het verkopen een noeste arbeid. Een arbeid waarover ik graag wat meer had geweten voor ik eraan begon. Tijdens de afgelopen twee jaar opende ik mijn ogen voor die aspecten van het uitgeven van een boek. Ik neem je graag mee in de ontdekkingen die ik heb gedaan.

Ga naar de kalender voor de data en om je in te schrijven. Wees welkom!

Jouw schrijfplek blijft nu leeg …

Lieve Veerle,

Twee jaar lang gingen we samen op stap om jouw levensverhaal te schrijven. Je kocht mooie schriften en schreef alles met de hand. Je schreef en je schrapte, je herschreef en stuurde me foto’s van jouw handgeschreven levensgebeurtenissen. Ik kreeg gekke Kermit De Kikker-gifs als ik een stuk goed had bevonden.

Wie met de hand schrijft, schrijft recht uit het hart. Zo was je. Zo was ook het verhaal dat je wilde vertellen. Het zou een verhaal van liefde worden. Je wilde thuiskomen in jouw eigen levensverhaal.

Je zei zelf: “De missie in mijn leven is liefde zijn en handelen vanuit die liefde. Niets gaat verloren als het uit liefde geboren wordt.” Je wilde jouw levensverhaal delen om de mensheid zachter te maken.

Je belde me in december om te zeggen dat je ziek was. We besloten tijdelijk het schrijven stop te zetten. We lachten dat jouw levensverhaal nu nog langer zou worden, er moest namelijk nog een hoofdstuk bij over jouw overwinning op de kanker. Alweer een overwinning, want het leven was niet altijd mild voor jou. Ik geloofde er rotsvast is dat je me snel weer een volgende episode zou doorsturen.

Vandaag hebben we van jou afscheid genomen. Met velen waren we samen om jouw leven te vieren, in woord en zang.

Ik wil je danken, Veerle, omdat ik jouw schrijfcoach mocht zijn. Schrijfcoach zijn is iets bijzonder, het is bij elk stuk opnieuw diepe dankbaarheid voelen omdat de ander jou via woorden en papier zijn wijsheid schenkt. Ik wil je danken, Veerle, om de wijsheid die ik van jou mocht ontvangen.

Rust zacht.

Elk dorp verdient zijn eigen Wouter Deprez

Ze popten zomaar op in mijn hoofd, de grote mensen die ík kende toen ík klein was. Tuur, de fietsenmaker die op zijn sigaar kauwde en voor een habbekrats je fiets herstelde terwijl je wachtte. Marie-Madeleine die zonder uitzondering de plaatselijke Spar ook op zon- en feestdagen openhield en haar eerste Walter, een man met een uitzonderlijk hoog passiviteitsgehalte, inruilde voor een andere Walter, met zijn weelderig borsthaar een toonbeeld van viriliteit. En pastoor Pol, wiens liefde voor Vera de goedkeuring van de gehele parochie wegdroeg en in wiens gezellige woonkamer ik om de veertien dagen naar de ‘lering’ ging.

De kerstvakantie bleek de periode bij uitstek om richting de Sint-Pietersabdij in Gent te trekken en daar, gewapend met een audiofoon, de bordkartonnen kindertijd van Wouter Deprez te ontdekken in de tentoonstelling ‘Grote mensen die ik kende toen ik klein was’. Aan de ingang was een klein woordje uitleg nodig: ‘Je begint bij nummer één. Daarna ga je de zaal in. Daar is er geen logica meer.’ Ik vond dat een fijne laatste zin, schoner had de suppoost het niet kunnen zeggen. Laat maar komen, dacht ik, laat die verhalen mij maar overspoelen zoals zij er zin in hebben. Ik volg wel.

In zijn gezapig West-Vlaams, met woorden die me soms enkel vaag bekend voorkwamen, zette Wouter Deprez gesproken portretten van de grote mensen die híj kende toen híj klein was neer. Uiteraard is er de kenmerkende humor van Deprez die deze verbale tentoonstelling een bijzonder karakter geeft. Maar er is meer.

Deprez blikt niet alleen terug in een louter beschrijvende stijl. Als de grote mens die hij tegenwoordig ook is, kent hij elk van de tentoongestelde figuren de betekenis die ze voor hem gehad hebben toe. Dat doet hij feilloos in de laatste zinnen van elk van zijn portretten. Daardoor wandel je niet enkel met een grote glimlach door de zaal, maar ook met een diep gevoel van respect voor ‘de kleine man’. Zo zie je maar, ons dagdagelijkse leven heeft zin.

Elk dorp verdient zijn eigen Wouter Deprez. Misschien is het wel iets voor jou? Misschien duik jij wel graag in je eigen leven om autobiografische verhalen te schrijven. Kijk even in de kalender op de website om de data van de opleiding ‘autobiografische kortverhalen’ te checken. Wie weet schrijf jij binnenkort ook wel verhalen over dingen die je zelf hebt meegemaakt, met aan het einde een twist om de zin ervan onmiskenbaar weer te geven.

Het woord is van u: welkom!

Ik ben op zijn zachtst gezegd geen krak in meditatie. ‘Breng je gedachten tot zwijgen.’ Ik zou niet weten hoe het moet. In mijn hoofd is het nooit rustig. Woorden buitelen door elkaar heen, vullen elkaar aan, spreken elkaar tegen, springen acrobatisch van de hak op de tak, overdrijven, schieten tekort, proberen het leven te vatten.

Meestal wil ik mijn woorden graag met andere mensen delen: het woord is van mij, maar voor u bedoeld. Niet zelden is er dan meer nodig dan de wirwar in mijn hoofd: structuur, een zekere duiding, een anekdote als voorbeeld, een synoniem, een tegenstelling, … of een heel verhaal, dat van mezelf of eentje dat ik verzonnen heb.

Woorden als middel om met jezelf en met de anderen te verbinden, dat is wat ‘het woord is van u’ wil doen. Wees welkom.